donderdag 8 november 2012

Vogeldicht in twee terzinen



Een vogeldicht nijgt tot cliché
fladderen en flierefluiten
vrijheid en vleugelslag

en hier en daar een kraaloog
gekooid in woorden blijft er
van een vogel niet veel over

zondag 19 augustus 2012

Warm hè


De statistieken zullen wel kloppen. Zo warm als vandaag heb ik lang niet meegemaakt. Het voelt raar, met niets te vergelijken. De onderdompeling in een warm bad ligt teveel voor de hand. En het is ook heel anders; in een bad beweeg je nauwelijks, behalve dan om je vingertoppen op rimpels te controleren. Het zou niet onverstandig zijn om je met deze temperaturen ook zo min mogelijk in te spannen. Maar, ja, Beestmans hè. Dus wandelen wij langzaam richting Koningsplein. We proberen de zon zoveel mogelijk te ontlopen. Pietje panda maakt dankbaar gebruik van de schaduw van geparkeerde auto’s. Dat ligt voor mij wat lastiger.
We passeren een stelletje. Surinaamse jongen, zit/hangt op zijn scooter, rank schaars gekleed blond hittepetitje leunt tegen hem aan. Pietje panda kijkt in het voorbijgaan naar hen op. Zijn tong hangt heel ver uit zijn bek. Zij bekijken ons wat meewarig.  ‘Warme hè’, grijns ik.
‘Nou’, reageert de jongen, ‘de mussen vallen bijna van het dak.’ Ik knipper met mijn ogen, knik bevestigend. Wat voor antwoord ik ook had verwacht, niet dit. Spreekwoorden en gezegdes, die zijn toch helemaal uit? De meeste jongeren kennen ze volgens mij helemaal niet.  Mussen zijn er ook nauwelijks hier. Beestmans en ik schuifelen verder. Intrigerend vind ik het. Hoe komt die knul aan zo’n uitspraak?  En waar komt die überhaupt vandaan? 

zondag 12 augustus 2012

Beetje depri?


Creatief schrijven tegen stress en depressie zie ik als ik de kersverse editie van Schrijven magazine opensla. Die viel afgelopen week op de deurmat. Hoewel, niet helemaal; het landde op de afgeplakte tegelvloer vol kalkgruis. Want we verbouwen. Hoewel, niet helemaal;  want het ligt allemaal even stil omdat de aannemer nu vakantie heeft. We wonen na vijf weken ‘nomaden’ weer in ons huis dat best leefbaar is. Hoewel, niet helemaal. En de ene dag ga ik daar gemakkelijker mee om dan de andere. Vandaag was het zo’n andere, dus zat ik aan het eind van de middag met een zere rug en een niet al te beste bui.  Verder lezend zag ik dat uit onderzoeken naar het gezondheidseffect van korte schrijfsessies is gebleken dat creatief schrijven is goed voor je mentale, emotionele en soms ook fysieke gesteldheid. Ha, komt dat even goed uit!
Daar gaat-ie dan... 

Belachelijk dat ik me druk maak om
-      de mand vol knijpers die na vijf weken bedekt zijn met wollige wit-groen-blauwe schimmels
-        een paarse viltstiftstip op de nieuwe blankhouten keukentrolley
-        overal naar toe stuivende korrels piepschuim
-        resten aan de tuinklinkers vastgekleefd isolatiemateriaal (waarvan je weet dat het prikt als je het vastpakt)
-        mijn jurk die achter een schroef haakt
-        de zak met bouwafval die veel zwaarder was dan ik inschatte
-        de Wisteria die naar beneden stortte omdat de tie-wraps het begaven
Maar ja, verbouwen he…

Zo, dat lucht op.

Het volledige artikel vind je op schrijvenonline.org

woensdag 8 augustus 2012

Een woord cadeau

Van zoonlief kreeg ik een woord cadeau:  Kadonder. Het kwam naar voren bij een van zijn online spelfora. Wie of wat is een Kadonder?
Van een zoektochtje digitale woordenboeken werd ik niet wijzer. Intikken op Google leverde almaar een verwijzing op naar een boek over Zeeuwse klederdrachten. Gelukkig ken ik iemand daar in die contreien. Ik gaf haar op mijn beurt het woord  cadeau.
Wat een heerlijke vraag, was haar reactie. Enthousiast ging ze op zoek. De bieb stuurde haar terstond het boek over klederdrachten. Kadonder bleek in het boeiende gezelschap te verkeren van Keutepari. Keutepari? Wat dat wel mag zijn? Geen idee. Wel weet ik nu dat een Kadonder een hoofddeksel is. De cryptische omschrijving in het boek maakt overigens dat je je er van alles bij kunt voorstellen, van bolhoed tot omgekeerde slakom.
En hoewel ik inmiddels - dankzij Co - iets wijzer ben geworden, bekruipt me ook een wat spijtig gevoel. Kadonder en Keutepari, zouden dat geen prachtige  personages zijn voor in een roman? Wie zouden zij zijn, wat maken ze mee? Iemand een idee? 

zaterdag 21 juli 2012

Vraaggedicht Ockenburghstraat


Hoe komt het dat in Loosduinen op de stoep voor het langgerekte gebouw aan de Landréstraat, dat bekend staat als de Chinese Muur, met al die glanzende ramen waar behalve kamerplanten ook schemerlampen in de vensterbanken staan en de tegels in de trappenhuizen koningsblauw zijn of diepzwart en allemaal spic & span; waar vanaf de daken (!) strandlopers elkaar toeroepen met een volume dat groter is dan dat van koolmees, kauw of ekster, indringender dan de mistroostige kreten van die ene reiger die de hele dag onder een balkon op voer staat te wachten en krachtiger dan het krijsen van de zeemeeuwen die af en toe in groten getale op de stoep landen naast de middenberm waarin van alles groeit: slangenkruid met prachtig blauwe bloemtrossen en dagkoekoeksbloemen met sprankelend paarse klokjes, niet te missen helgele teunisbloemen en vooral veel simpele grassen die zich buigen in de wind - een ongeschonden bakje aardbeien staat?  

zondag 15 juli 2012

De Delftse Dag van het Schrijven, schrijfwedstrijd en meer ...



Bij De VAK wordt het nieuwe schrijfseizoen feestelijk geopend:
kom op zaterdag 8 september naar De Delftse Dag van het Schrijven!

Zes gratis proeflessen, een tentoonstelling met werk van VAK- schrijfcursisten en een podium 
waar gerenommeerd, jong en opkomend talent
komt praten over inspiratie, schrijven, hun boeken en meer.
's Middags is de prijsuitreiking van de schrijfwedstrijd 1% inspiratie.
's Avonds is er een schrijversdiner: 
zes gangen en literair onthaal door niemand minder dan Ted van Lieshout! 

Inzenden voor de schrijfwedstrijd kan tot 12 augustus.
Doe mee en maak kans op een mooie prijs! Meer weten?  
Op de website van De VAK vind je alle informatie.

woensdag 27 juni 2012

Gevonden poëzie


Domburg / Zoutelande

Zo, hier wordt hard gewerkt
Ik ben er al helemaal klaar mee
Ik was er een uur geleden al helemaal klaar mee
Wie wil er mayonaise bij?
Wilt u daar mayonaise bij?
Dat hebben we dan gehad
Nu kunnen we terug
Schönen Dank für Ihre Mithilfe

dinsdag 26 juni 2012

Vraaggedicht Veere


Hoe zou het komen dat er in Veere naast het karakteristieke huis (twee-onder-een-kap) op die geweldige locatie aan de rand van de historische stad (de Wagenaarstraat!) op circa 10 minuten lopen van de Stadshaven waar een boot aangemeerd ligt met de schone naam Voor de Wind, vlakbij 'het Waepen van Veere' waar Triple Willy borg staat voor de hygiëne en even verderop gierzwaluwen boven De Kaai scheren en de huiszwaluwen op De Langedam in kant-en-klare aardewerk nestkasten broeden, in de Kerkstraat op no. 21 sinds 1663 twee houten engelen boven de voordeur bazuinen - tussen de tegels van het pad naar de zonnige achtertuin een bolvormig polletje mos groeit?

vrijdag 15 juni 2012

Huismerk



Inzicht en inspiratie; vloeiend samenspel


met dank aan Karel Witteveen, www.witteveentraining.nl

maandag 11 juni 2012

Kriebelig


'Tussen mijn tuien, toe nou, nog één keer.' 
De wind nam een aanloop, mikte en dook er precies tussendoor. 
'Nee,' mopperde ze, 'zo niet, dat helpt niet!' 
Grijnzend draaide de wind. Snel vertrok hij, richting Wilhelminakade. Vertwijfeld blikte de brug om zich heen. De jeuk was nu bijna ondragelijk. In de verte naderde tram 25. Als ze nu eens heel hard schudde?

donderdag 10 mei 2012

Trippel, trappel


Druk was het niet, en dat was niet zo vreemd. Zondagochtend, redelijk weer, maar wat koud voor de tijd van het jaar. Beestmans maalt daar niet om, ik had een lekkere trui aan. We stapten flink door onder de platanen langs het Rijn-Schiekanaal. Dat lag glad als een spiegel naast ons, want alle studenten lagen nog op een oor – nog geen roeiboot te zien. Er waren ook geen luidruchtige nijlganzen en er was geen meerkoetgetetter.   

Opeens hoorden we vanaf de andere zijde getrappel. Midden op straat kwamen drie dames in elegante trainingspakken onze kant op. Een dame met blond haar, de ander zwart. De derde had een prachtige kastanjerode haardos. Ze deden me denken aan een prentenboek dat ik vroeger samen met mijn vriendinnetje las. 

We zaten samen op zolder op een oud ledikant en het verhaal begon zo: 

‘Er waren eens drie kleine paardjes. Het eerste heette Witje, omdat het helemaal wit was. Het tweede heette Zwartje, natuurlijk omdat het helemaal zwart was. Het derde heette Bruintje, omdat het helemaal bruin was.”

Ik herinner me niet hoe het precies verder ging. Ik weet nog wel dat de drie paardjes ontzettend graag een keer naar de stad wilden. Maar de illustratie op de kaft herinnerde ik me wel. Ik keek nog een keer goed naar de drie dames. Nietsvermoedend jogden ze ons voorbij. Ja hoor. Sprekend de drie paardjes van Piet Worm. 

maandag 30 april 2012

Verleden tijd

1967. Mevrouw van B. staat voor de klas. Langzaam leest ze de dicteewoorden voor. We oefenen de verleden tijd. Alle kinderen schrijven en schrijven, sommige met het puntje van hun tong tussen hun tanden. 
Hakken-tenen-hakken-tenen. Mevrouw van B. wipt op en neer op haar platte schoenen. Ik ben als eerste klaar en leg mijn pen neer. 
Mevrouw van B. loopt langs de tafels en werpt een blik in de schrijfschriftjes. Ook in het mijne. 'Verleden tijd!' tettert ze opeens boven mijn hoofd. 'Brandde schrijf je dus met twee d's! Maar nee, zegt Marja van Rossum. Ik schrijf 't met één!' 
Mijn wangen branden. Met één d. 

maandag 23 april 2012

ik@wareverhalen


Zondagmiddag. De dames van de woongroep zitten om de tafel. Mijn moeder niet, zij zit in de hoek van de kamer in een grote rieten stoel. Met haar hoofd wat voorover gezakt doet ze een niet te versmaden dutje na het eten. Zacht zeg ik haar naam. Verwonderd opent ze haar ogen, glimlacht en ziet ook mijn dochter achter mij staan. Zo mogelijk gaan haar ogen nog verder open. Dan kijkt ze weer naar mij. "Ik dacht dat je twee keer binnenkwam!"

zondag 15 april 2012

zij


Tijdens het dagelijks blokje om met de hond ontmoet je nog al eens dezelfde figuren. Zo is er een dame die ik bijna iedere dag zie. En al wisselen we eigenlijk geen woord, ik ben op haar gesteld geraakt. Donker- en lichtgroen zijn vast haar favoriete kleuren, want dat draagt ze altijd. Soms met een frivool geel stipje. Ze kleedt zich elegant, maar niet vreselijk opvallend. Behalve als ze haar kralen draagt: ze kiest dan bijna altijd voor knalrode! Toch denk je dan nooit ‘rood en groen, boerenfatsoen’. Nee, zij blijft een dame. Ik zag haar eens een keer in een donker hoekje staan. Traag maar onverwacht strekte ze opeens een arm naar voren, tastend naar het licht. Met die gracieus gestrekte arm leek ze wel een koorddanseres!
Maar sinds vandaag kijk ik naar haar met andere ogen. Toen ik haar vanochtend passeerde stak zij lokkend en bijna – vergeef me het woord – hoerig enkele bloemen naar voren. Paarse kelkblaadjes hadden ze en op ieder blaadje stond een dikke gele meeldraad. Een prachtige kleurcombinatie, zeker! Maar geen stamper te bekennen. Zij blijkt een hij. En die kralen dan? Die zijn van zijn nicht. 
(aucuba japonica, kalverbos, delft)

zaterdag 7 april 2012

Lodewijk XVII


Over de man die in het Kalverbos op de voormalige Haagpoortbegraafplaats in een 'eeuwigdurend' graf ligt, is veel te doen geweest. Was hij Lodewijk XVII, zoon van Lodewijk XVI en Marie-Antoinnette van Oostenrijk? Volgens de officiële lezing is de kroonprins, die in 1792 op zevenjarige leeftijd met zijn ouders en zijn zusje Marie-Thérèse in de Temple gevangen werd gezet, op 8 juni 1795 aan tuberculose overleden en begraven in een massagraf op het nabijgelegen kerkhof Sainte-Marguerite.

Na de terechtstelling van Lodewijk XVI en Marie-Antoinette kwam er een geruchtenstroom op gang over een mogelijke ontvoering van de rechtmatige troonopvolger uit de Temple. Naarmate het verhaal jaren later meer grond kreeg dienden zich tientallen  troonpretendenten aan. Een van hen was Karl Wilhelm Naundorff, een horlogemaker die in Duitsland woonde, werkte en er een gezin had.
Veel mensen geloofden dat Naundorff inderdaad de verdwenen dauphin was. De gelijkenis van Naundorff met de Franse Koninklijke familie de Bourbon was onmiskenbaar, en er was een overeenkomst van aantal fysieke kenmerken: de vorm van zijn snijtanden, enkele moedervlekken en een klein litteken aan de bovenlip. Dat zou veroorzaakt zijn door de beet van een konijn dat de kroonprins dicht tegen zich aan had gehouden. Steeds meer mensen raakten ervan overtuigd dat Naundorff rechten had op de Franse troon. Maar er waren ook tegenstanders. Feit is dat er enkele aanslagen op hem gepleegd werden waarbij ondermeer zijn atelier in brand werd gestoken.

Naundorff vluchtte in 1845 naar Nederland en vestigde zich aan de Voorstraat in Delft. Tot zijn grote opluchting werd hij in Nederland erkend als Lodewijk XVII. Vrij kort nadat hij in Delft kwam wonen overleed hij. Verschillende artsen stelden vast dat de doodsoorzaak voedselvergiftiging was. Het vermoeden dat hij met arsenicum vergiftigd werd is nooit bevestigd. Er werd namelijk geen autopsie verricht, omdat de weduwe dat niet toestond.

De vraag naar de identiteit van deze man bleef spelen. In de loop der jaren is zijn graf verschillende keren heropend om onderzoek te kunnen doen. De resultaten daarvan riepen steeds nieuwe vragen op. Ook het laatste DNA onderzoek, dat uitwees dat er zeer waarschijnlijk geen sprake is van verwantschap met het Franse Koningshuis. Maar hoe dan ook, ieder jaar ligt er op 27 maart en op 10 augustus, de geboorte- en overlijdensdatum van Lodewijk XVII - een bos witte lelies op het graf. 
Leestip: de Kolibrie op het gouden nest door Jo van Ammers-Küller, Geïllustreerde Pers, 1961

zondag 1 april 2012

Wasmiddelmannen

Lente is het. De tekenen zijn daar. In de stad geen grazige weiden vol mollige lammeren of kloeke hennen met toompjes kuikens. Dat de etalages daar mee pronken zegt niet veel. De Kerstman is er ook vaak al ver voor Sinterklaas. Maar echt, het is lente. Beestmans en ik ontdekten het terwijl we een stevige wandeling maakten. Voor de verandering liepen we langs een stil Spoorzonegebied, zonder oorverdovende werkzaamheden. Net voor een scherpe bocht onder het viaduct begon het. De Lente In de Stad. Heuh, heh, heuh, klonk het. Rakelings langs ons heen zoefden een stuk of zeven mannen, als één blauw-witte veeg met ratelende derailleurs en suizende banden over het gehavende asfalt. Lente In De Stad ruikt naar wasmiddel. Het wasmiddel dat gebruikt is om de pakken van wielrennende mannen te wassen. Glanzende pakken, net vers van de waslijn, want een droger is funest voor zulk vederlicht materiaal.

In een paar seconden zijn de wasmiddelmannen voorbij: de lentegeur blijft ietsje langer hangen. Het merk wasmiddel is niet bekend, maar waarschijnlijk maakt dat niet uit. Die wasmiddellucht is vermengd met een zweempje vers zweet. De Lente in de stad ruikt nooit naar andere sportievelingen dan renners. De schone pakken van voetballers en tennissers ruiken anders, meer naar Herfst. En nu ik er over denk, het is ook alleen op zondag waar te nemen. Op doordeweekse dagen hangen er te veel uitlaatgassen. Een vroege zondagmiddag, dat is het beste moment. Zonder patatjemetgeur. Dat is veel meer Zomer. En zover is het nog niet!

(foto: www.wielerkledingtekoop.nl)

zondag 18 maart 2012

Is het bij u ook altijd zo druk in 't hoofd?

Lekker, die zon op mijn rug! Met winterjas aan was het me bijna te warm. Het parkeerterrein was al meer dan half gevuld met auto’s, maar bij het fietsenrek was het nog rustig. Er stond slechts één andere fiets. Ook met stevige fietstassen, die geduldig afwachtten waarmee ze straks gevuld zouden worden.

Binnen rook het voornamelijk naar hyacint. De violen in hun bakken overschreeuwden elkaar in kleuren, de narcissen lieten zich van hun zonnigste kant zien. De blauwe druifjes leken wat meer bescheiden, maar waren in aantal zeer aanwezig. Het leek wel … Nooit eerder besefte ik dat ze eigenlijk zwembadblauw waren! Wat verderop staaroogde een klein meisje verliefd naar een konijn. Zou het een lief konijn zijn, die van mijn dochter knaagde zich vroeger dwars door de houten wanden van zijn hok. Werden we 's morgens verrast door een loslopend konijn, nog een geluk dat hij op een binnenplaats in de binnenstad woonde!

Bij de hondenwaren aangekomen kon ik het niet laten – toch maar even een zakje lekkers kiezen voor ons hondenbeest. Het werden lamsoren. Echte, gerookte, wel te verstaan en niet de zilte groente van de kwelders uit het deltagebied of van de Wadden. Al dwalend vond ik tenslotte de bloempotten; een mooie uitgekozen voor de zich immer uitstoelende Sansevieria thuis. Vrouwentongen hè. Ik zag ze weer voor me, bakkenvol in Vlaamse vensterbanken. Terwijl de tongval van de Zuiderburen me toch heel wat zachter lijkt dan die van de gemiddelde Delfenaar. En zeker zachter dan die van de gemiddelde Delfenees.

Ik liep verder langs groen in vele soorten en maten, en zag opeens dat prachtig plantje. Een mooi cadeau voor vriendin Angelique. Voor in haar mooie IKEA-huis, zoals ze het sinds haar optreden in het Zweeds woonwarenhuis steevast noemt. Een Vaderplant, daar zal ze zeker van kunnen genieten. Grinnikend vervolgde ik mijn weg naar de kassa. Maar ojee! nee! Bijna de boodschap vergeten waarvoor ik eigenlijk kwam. Haastjerep terug naar de afdeling plantenstokjes. Snel vond ik ze, 200 stokjes waarmee de kinderen vanaf volgende week monumentjes maken tijdens het project Ik mis je zo, op begraafplaats Jaffa.

Zo. En dan nu afrekenen. En nog tijd genoeg voor een bak koffie. Ik was immers alleen maar even naar het tuincentrum.

maandag 12 maart 2012

Verhuismeisje

Hoe vaak ze al verplaatst is, weet ik niet. Begon ze ooit op de Cameretten, tegenover de Visbanken? Waar later een molensteen stond, met daarop een houten – ja wat, een houten spijker…? Naderhand stond ze lange tijd op een stil plekje tussen Agathaplein en Schoolstraat. Was het daar dat grappenmakers haar een blauw oog gaven?

Met de komst van het gebouw van de Kamer van Koophandel werd ze in ieder geval zonder pardon weggebonjourd. En na enige omzwervingen kwam ze terecht op de hoek van de Binnenwatersloot.
Druk, druk, druk! Grauw zag ze inmiddels. Van al het verhuizen of door het voorbijrazend verkeer, of door het passeren van vele nachtelijk rondzwalkende corpsstudenten misschien, wie zal het zeggen.
Met de aanvang van het Spoorzoneproject verdween ze uit zicht. Ik miste haar. Maar sinds kort is ze er weer. In meer dan volle glorie, in de tuin van de Nieuwe Kerk. Ze is gerestaureerd, en ziet er stralender uit dan ooit tevoren. Geler dan ik me herinnerde, maar nog niet zo geel als het jakje van haar alter ego. Zou ze hier langer blijven?

'Het melkmeisje' van Wim T. Schippers, 1975