Hoe dit krukje er uitzag toen het nog niet beschilderd was, weet ik. Dat mijn moeder dat in haar ‘Hindelooper’ periode heeft gedaan, weet ik ook. Toch is er een verschil.
Het krukje stond bij ons boven, bij een grote, knalrode ronde tafel, waarvan mijn vader de poten had afgezaagd. Dat laatste weet ik zo als ik weet dat mijn moeder deze melkkruk jaren later beschilderde. Ik heb het namelijk niet gezien.
Ik was nog heel klein. De rode tafel werd soms ondersteboven gelegd en dan speelden mijn zus en ik dat het een schip was. Ik was een jaar of drie. Ik zie de omhoogstekende tafelpoten voor me en herinner me het gevoel van avontuur.
Terug naar het krukje. Het is een wankel ding met die drie poten. Mijn zus is er mee gevallen. Dat weet ik omdat ze me dat heeft verteld. En omdat ze haar kinderen toen die klein waren er altijd voor waarschuwde. Pas op! Er heeft geloof ik ook nog een tijd een plant op de kruk gestaan. Tot mijn moeder dus in de ban van ‘het Hindelooper’ raakte. Moe beschilderde van alles. Dienbladen, naaidozen, blikken busjes (een buismanblik en een niveadoos), houten doosjes om papieren zakdoeken in te bewaren en allerlei ouderwetse voorwerpen die mijn vader in miniatuurvorm maakte: een prikslee, een kakstoel, een kolenkit… En dus ook dit krukje. Ik weet het zeker, al kan ik me niet herinneren dat ze er mee bezig was. Maar ze heeft het zoals al haar werk gesigneerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten