zondag 31 augustus 2014

Lustig losgaan

Speelkwartiertjesweek dag 7: vrijheid blijheid. 
Dochter krijgt onverwachts een tijdelijk huisgenoot: een kat die door omstandigheden een maandje of twee niet thuis kan wonen. Het beestje is gearriveerd met kattenmand, kattenvoer, kattenpilletjes. Maar zonder etensbakjes. We gaan de stad in, naar de dierenwinkel. En opeens ontdek ik een speelkwartiertje. Een rij dubbele dieren trekt aan ons voorbij. Het muiskonijn, de jackkat en de frethamster, een rathond, een keverpoes, een schildpadcavia en een leguaanparkiet; gevolgd door een buidelkanarie en een valkveulen. Dan huppelen het slangvarken en de waswallabie voorbij. De nijllama en de muilleeuw steken hun kop om de hoek, maar die moet ik helaas de deur wijzen, evenals de neushoornaap en de wolfsgazelle. Het voerbakje is voor hen te klein.
Ook lustig losgaan? Ga op pad en kijk om je heen, tot je een woord of korte tekst ziet waarover je even langer moet nadenken dan gewoonlijk.
Schrijf het woord of de tekst op of maak daarvan een foto. Vervolgens laat je je fantasie de vrije loop. Vul aan, vul in, associeer er maar lustig op los, zie maar waar je uitkomt…

zaterdag 30 augustus 2014

Speelkwartiertjesweek, dag 6: verrukkelijk dichtbijdwalen


Het is hondenuitlaattijd. Dat kan ik mooi combineren met de speelkwartiertjessuggestie van vandaag. Steeds als ik iemand tegenkom die een bril heeft, neem ik me voor, dan slaan we rechtsaf. Verrukkelijk verdwalen zal er niet inzitten omdat we de stad op ons duimpje kennen. Wat er wel op ons pad zal komen?  We passeren een jongeman met een bril met een prachtig zwart montuur. Rechtsaf dus. Beestmans is het er niet mee eens. Wat een rare baas ben jij vandaag. Waar gaan we heen? Meteen loopt de volgende brildrager langs ons. Weer rechtsaf dus. Ja, dag, zegt  Beestmans en hij gaat op de handrem. No way! We gaan toch niet terug naar huis! Ik kijk hem aan en zeg dat het moet. Schoorvoetend loopt hij mee.
Een klein meisje met een feestelijk zonnebrilletje redt de sfeer. We lopen de volgende straat rechts in en komen midden in een straatfeest terecht, compleet met joelende kinderen op een springkussen en een walmende BBQ. We dwalen verder en zien een konijn in een kattenmandje in een vensterbank, een papierbak met opgestoken paraplu en een rare siervogel met een hoofddeksel. Weer iemand met een bril, rechts. Bril, rechts. Bril, rechts. Dan is het speelkwartiertje om.


#speelkwartiertje: naar een idee van Bureau PLAY

dinsdag 26 augustus 2014

Speelkwartiertjesweek, dag 2 : ik ben geen kleine kadootjesheld



Een feestgedichtje, daarmee kan je voor de dag komen. Uit mijn verzameling koos ik dat van het aardappelplan. Met de wens 'lees smakelijk' en de tekst van het gedicht op kleurige strookjes ging ik rond etenstijd op pad. Eerste plan: de supermarkt in, gedichtjes tussen de zakken aardappels neerleggen. Nee, nee, toch maar niet want het is er vast heel druk nu, bedacht ik me. Strookjes in de brievenbussen in de hal van een nabijgelegen appartementencomplex leek me een beter idee, wat anoniemer. 
Voor de buitendeur stond een hoge ladder. Een ijverige meneer knipte er vrolijk op los. Naast en onder de ladder lag een heleboel snoeimateriaal. Zou ik onder de ogen van die … ? Vlug stapte ik door. Op een bankje in het park neerleggen misschien? In een plantenbak? Een fietstas? Maar hoe groot was dan de kans dat iemand een kadootje zou vinden? Deur aan deur in brievenbussen stoppen dan maar. 
Tjongejongejonge, wat zijn er veel mensen met een JA/ NEE of  NEE/NEEsticker!  Die gelden dan misschien wel niet voor kleine kadootjes, maar toch… En er liepen ook wel  erg veel mensen op straat. Dat heb je zo tegen etenstijd natuurlijk. Bijna moedeloos liep ik terug naar huis. En toen zag ik een plek. Eindelijk ! Hopelijk houdt de postsorteerder van gedichten. Of van aardappels. Of van allebei! 

#speelkwartiertjesweek

maandag 25 augustus 2014

Speelkwartiertjesweek, dag 1: wonderlijk waarnemen

Met de camera in de aanslag dwaal ik door de kamer. Ik moet zo naar mijn werk. Maar … ’t is maar een kwartiertje. En het gaat me iets opleveren, dat geloof ik. Ik kijk links, rechts, onder, boven. Zucht. Ik zie een dichtgestopt netjes weggewerkt sleutelgat in de slaapkamerdeur. Ik herinner me dat ik het een hele tijd geleden ontdekte – en weer was vergeten. Telt dat? Gauw maak ik een foto. Te donker. Ziet er niet uit. Hoe werkt de flits? Ik morrel, mijn kwartiertjestijd tikt door.
Ja, de flits doet het, maar de tweede foto is geen haar beter. Ik prop de telefoon in mijn jaszak en spring op de fiets.

Zes uur later. Tweede poging. Ik krijg over een half uur werkbezoek thuis. Ik moet nog een beetje opruimen en een afwasje doen. Maar een kwartiertje wonderlijk waarnemen… moet lukken! Met de camera in de aanslag dwaal ik door de kamer. Ik kijk links, rechts, onder, boven. Niks wonderlijks, nada.  Door naar de keuken. Wat! Ik zie opeens twee ogen. Ze staren me aan vanaf mijn eigenste keukendeur! Snel maak ik een foto, snel op dropbox,  link zoeken en hup. Op Facebook. Er is zelfs nog tijd voor de afwas!

http://www.bureauplay.nl/speelkwartiertjesweek/

woensdag 13 augustus 2014

Umpfff



Het water in de vaas ruikt nog niet als een moeras. Rats, rats, rats. De dikke koppen vallen zo snel dat je het niet eens kunt zien. Ze stuiteren nog even na op de harde tegels van het aanrecht. 
Nee, dan de blaadjes. Die doen het sierlijker: ze draaien nog even om hun as, alsof ze zelf nog niet snappen waar het naar toe gaat. Dat weet alleen de dame met de schaar.  

maandag 11 augustus 2014

Voor de Jeugd

Ik bekijk de ruggen van mijn boeken. Vrienden zijn het. Vertrouwd. Sommige zijn zo’n beetje mijn hele leven met me meegereisd. Zoals het Boek voor de Jeugd. Dat is ‘nog van thuis’ en ik neem aan ‘nog van thuis’ van mijn moeder. Ik weet dat niet zeker, maar het boek verscheen in 1937 bij de Arbeiderspers, dus... 
De verhalen en gedichten in het boek zijn me voorgelezen; het oogstlied hiernaast werd gezongen door mijn moeder. Later las ik zelf in het boek. Sommige verhalen en gedichten, weet ik, vond ik meteen mooi. Andere snapte ik niet helemaal. Ik zat nog op de lagere school. 
Ik blader. Een muffe geur, oud boek. Met teksten van Constantijn Huijgens, Leo Tolstoi, Cor Bruyn, Jack London. Theo Thijssen, Jules Verne, Lafontaine. Hans Andersen en de Gebr. Grimm, Selma Lagerlof, H.G. Wells, Jacob van Lennep, Multatuli, Cervantes, Collodi, en Mark Twain.  Van Albert Verwey, Guido Gezelle, Joost van den Vondel - en nog veel meer. De derde reis van Sindbad den Zeeman zie ik, de historie van de vier Heemskinderen. Ros Beyaart! Ik blader en blader, en denk: kijk, kijk! Kijk! Hierdoor is mijn liefde voor de Letteren ontstaan – of op zijn minst gevoed. Dat kan niet anders.  Zevenhonderdachtenzestig pagina’s flinterdun papier, vol klassiekers. En ik denk: heruitgeven. Als e-book Voor de Jeugd. De Arbeiderspers bestaat nog. Toch?