zaterdag 11 oktober 2014

Kijk maar


Vier op een rij. Nee, geen vier, vijf. Nee, geen vijf, tien. Nee! Dertien-en-een half! Een span, een serie? Nee, een golf, een vloedgolf aan manen, halzen, ogen, open monden, angst, boosheid, arrogantie, onverschilligheid en zijdelingse blikken. 
Paardblauw, goud, koper en zilver; het vloeit, davert, houdt zich in, nee, houdt zich stil, nee, kijk, kijk dan toch en luister, hoor hoe het fluistert: paardijsblauw, vurig goud, roodkoper; paardturquoisezwart, paardsprankelgoud en paardspetterzilver. 


1 opmerking:

  1. Bij ons in de wei van de boer die mij zei
    Dat ik mag kijken, maar heus nergens uit
    Daar lopen veel paarden met vlekken
    En benen, met staarten en oren en lippen zo zacht

    Mijn ogen gaan aaien, want aanzitten mag niet
    Ze aaien en aaien van boven voorzichtig
    En snel langs de benen met huppels en strelen
    Tot bij de staart die vliegen verjaagt

    De paarden zij eten en zijn mij vergeten
    Zolang ik maar stil sta in wiegelend weer
    Dag, zeg ik aardig en soms kijkt hun oog dan
    Zodat ik daarin ontzettend verdrink

    Ze staan hier in levende lijve om 't hoekje en op zondag wandel ik daar soms langs
    Groeten,
    Co
    LC

    BeantwoordenVerwijderen