vrijdag 21 november 2014

Klein sinterklaasfeesttrauma

Afgelopen donderdag liet ik mijn cursisten kennismaken met Gabriele Rico’s techniek van het clusteren. Als voorbeeld schreef ik midden op  het whitebord het woord sinterklaas. Cirkel er om en associĆ«ren maar. De ene na de andere clusterlijn volgde. En opeens was-ie daar. De tas.
Ik was een jaar of negen, denk ik. Misschien tien. ’s Ochtends was ik naar school geweest, en tussen de middag at ik, net als anders, thuis.  Die middag zouden we op school bezoek krijgen van de Goedheiligman. Echt geloven deed ik niet meer; de grote geheime verkleedtruc was mij door mijn vier jaar oudere zus al lang uit de doeken gedaan. Maar de sinterklaaskriebel was er nog wel. Terwijl ik na het eten mijn jas aantrok kwam mijn moeder naar me toe en drukte me onze boodschappentas in de hand. Een vrij zwaar, stevig geval van wit gewolkt skaileer met rondgenaaide zwarte naden. Het model van die tas heb ik nooit begrepen. Het was eerder een soort koffer dan een boodschappentas. Het handvat zat op een onhandige plek boven de stevige rits. Ik kende die tas goed, want regelmatig liep ik er mee naar de groenteboer of naar de kruidenier als ik voor een boodschap werd gestuurd.
Maar wat moest ik er nu mee? Ik moest toch naar school? En snel ook. Het stomste dat je kon gebeuren als de Sint op bezoek kwam was te laat komen! Ik denk dat ik geprotesteerd heb, maar al snel werd duidelijk dat de tas mee moest naar school: ‘handig om in mee te nemen wat je straks krijgt.’ Nee! galmde het door mijn hoofd. Nee! Nee! Nee! Maar in discussie gaan met je moeder, dat was er niet bij, toen.
Met lood in mijn schoenen ging ik naar school. In de klas, waar alle tafels in rijen van twee stonden was voor de tas alleen plaats in het gangpad. Met schaamrode wangen zette ik hem naast mijn tafeltje. Iedereen keek naar me. Dacht ik.  Zo’n grote tas. Dat kon alleen maar betekenen dat ik wel heel veel pepernoten verwachtte! Iedereen vond me vast een hebberd.

Ik kan me absoluut niet herinneren wat er uiteindelijk in de tas meegegaan is naar huis. Maar de tas zelf staat in mijn geheugen gegrift.