Het is de laatste tijd onrustig hier in de omgeving. Er wordt
gegraven, ik hoor het wel. Maar deze keer gaat het niet om mijn rustplaats.
Gelukkig maar. Er is genoeg gerommeld met mijn beenderen. Ik ben geen
bedrieger, ook al leefde ik jaren als Naundorff. Dat was ook niet voor niets,
want vanaf het moment dat ik mijn ware identiteit kenbaar maakte, en me opwierp
als wettige troonopvolger was ik mijn leven niet meer zeker. En na de erkenning,
hier in dit tolerante land, was het snel gedaan. Arsenicum laat geen sporen na,
denk ik.
Ik hoop dat mijn graf nooit meer geopend zal worden. Eeuwigdurende
grafrust geldt hier. Maar kennelijk weegt het belang mijn afkomst te bewijzen zwaarder.
Ze hebben zoveel invloed, mijn nazaten. En waartoe? Op de troon komen ze nooit
meer. Een nieuwe royalistische beweging starten om dat voor elkaar te krijgen
lijkt me kansloos. Ik verdenk sommigen er van, dat ze geld hebben aangenomen
van de tegenstanders. Om te bewijzen dat er geen verwantschap zou zijn. Aanhangers
van de Franse Republiek. La Republique, bah. Het blijft een verschrikking. En
het is allemaal zo lang geleden.
De enige reden dat ze nog steeds bewijs zoeken is volgens mij die
verdomde Franse trots. Omdat hier in Delft een graf is waarin Koning Lodewijk
XVII, Hertog van Normandiƫ en Navarre ligt begraven. En dat is een doorn in het
oog van degenen die dat arme schaap in de Temple hebben omgebracht en laten
begraven als de dauphin. Maar ik klaag
niet. Niet iedereen is zo. Ieder jaar is er een saluut, op mijn geboorte- en
overlijdensdatum. Met witte lelies, dat ontroert me. Maar toch ... Dit jaar lag er op
27 maart er geen tuil bloemen, maar een onthoofde duif…